In dienst bij het Cohors XV
In het kampement van het Cohors XV is altijd wat te doen. Er is een vaste structuur en regelmaat om te zorgen dat de soldaten te allen tijde met een volle maag en op volledige sterkte op wacht kunnen staan. De soldaten koken zelf hun maaltijden uit de vangst van hun jacht of kopen dit, wanneer nodig, op de markt in de nederzetting van de burgers.
De meeste soldaten vervullen overdag hun militaire taken of houden zich bezig met één van de vele ambachten die zij beheersen, om wat bij te verdienen. Zo is er vaak een smid aan het werk om beschadigde wapens te herstellen of om nieuwe te maken, zijn er leerbewerkers om kapotte schoenen en schildhoezen te repareren, en werkt de houtbewerker aan een nieuwe voorraad pijlen voor de artillerie.
De militairen die bezig zijn met hun militaire taken staan veelal op wacht, plegen onderhoud aan materialen. Een uitzondering hierop zijn de immunes. Deze militairen zijn vrijgesteld van dagelijkse werkzaamheden als wachtlopen en koken, omdat zij dit als ‘bonus’ verdiend hebben of omdat ze belangrijke taken hebben. Een voorbeeld van immunes zijn de ballistarii. Zij hebben alle tijd nodig voor het onderhoud van de artilleriestukken. Andere immunes deden onder andere administratieve werkzaamheden.
In het kampement van het Cohors XV heeft de centurio de directe leiding. Zijn rechterhand, de optio, zorgt er voor dat alle soldaten hun taken uitvoeren en dat de administratie van de eenheid wordt gedaan. De centurio, vergelijkbaar met de moderne drillsergeant, streeft naar een goed getraind leger. Daarom beveelt hij de soldaten meerdere keren per dag te oefenen met marcheren, vechttechnieken en formaties. Hij gebruikt daarbij commando’s in het Latijn. De centurio is altijd makkelijk herkenbaar aan zijn van oor-tot-oor lopende helmkam en zijn wijnstok, de vitis. De optio is te herkennen aan zijn staf, de hastile.
Elke ochtend trainen de soldaten een paar uur lang met marcheren en gevechtstraining. Behalve het vechten met schild, zwaard en werpspeer werd ook getraind met paardrijden, boogschieten, slingeren en zwemmen. Tijdens het marcheren loopt de signifer voorop. Deze officier draagt een standaard met daarop de naam en onderscheidingstekens van de eenheid. Hij draagt draagt een klein rond schild op de rug en een wolven- of berenvel op zijn helm. Alle soldaten volgen de signifer, die op zijn beurt de commando’s van zijn meerderen opvolgt.
Met oog op toekomstige rekruten, kan de centurio een kinderdrill houden. Eén van de militairen wordt dan aangewezen om het voorbeeld aan de kinderen te geven wanneer de centurio een commando geeft. De kinderen leren marcheren en gevechtstechnieken. Zij krijgen tijdens de drill een speciaal kinderschild en een speer en mogen bewijzen dat ze geschikt zijn voor het Romeinse leger.