In opstand met COH II BAT
Wie denkt dat het in het kampement van het Cohors II Batavorum chaotisch is, heeft geen ongelijk. De soldaten komen net terug van een veldslag, waarbij veel verliezen zijn geleden. Het enige lichtpuntje is dat de slag is gewonnen en zij nu even kort kunnen uitrusten. Maar veel tijd om bij te komen krijgen zij niet. De soldaten die nog de meeste energie over hadden zijn al direct voor drie uur op wacht gezet. De gewonden worden intussen verzorgd en zo snel mogelijk opgelapt voor de volgende veldslag.
De meeste soldaten die niet gewond zijn of op wacht moeten staan gaan meteen wat eten. Zo’n veldslag duurt erg lang en is vreselijk uitputtend. Direct na het eten wordt de uitrusting gecontroleerd en waar nodig gerepareerd. De smeden die met de soldaten meereizen hebben hun handen vol aan het repareren van harnassen en helmen, maar maken ook zoveel mogelijk nieuwe speren, zwaarden en andere uitrustingsstukken. Enkele soldaten helpen om de smeedvuren goed warm te houden. Intussen is een groepje soldaten terug naar het slagveld gestuurd met een ossenwagen om zoveel mogelijk nog bruikbare wapens en uitrustingsstukken van het slagveld te halen.
In het kampement van het Cohors II Batavorum heeft de centurio de directe leiding. Zijn rechterhand, de optio, zorgt er voor dat er altijd voldoende soldaten op wacht staan en de rest extra traint voor de volgende veldslag. De centurio, vergelijkbaar met de moderne drillsergeant, wil niet dat de opstand snel de kop wordt ingedrukt. Daarom beveelt hij de soldaten dagelijks zo vaak mogelijk te oefenen met marcheren, vechttechnieken en formaties. Hij gebruikt daarbij de Latijnse commando’s die elke Bataafse soldaat heeft geleerd, maar soms ook zijn eigen taal. De centurio is altijd makkelijk herkenbaar aan zijn van oor-tot-oor lopende helmkam en zijn wijnstok, de vitis. De optio is te herkennen aan zijn staf, de hastile.
Vlak na een veldslag krijgen de soldaten maar kort de tijd om bij te komen. De gewonden worden verzorgd en zo snel mogelijk opgelapt voor de volgende veldslag. De rest van de soldaten traint intussen verder met gevechtstrainingen. Behalve het vechten met schild, zwaard en werpspeer werd ook getraind met paardrijden, boogschieten, slingeren en zwemmen. Tijdens het marcheren loopt de signifer voorop. Deze officier draagt een standaard met daaraan de onderscheidingstekens van de eenheid. Hij draagt draagt ook een klein rond schild op de rug en een berenvel op zijn helm. Alle soldaten volgen tijdens het marcheren de signifer, die op zijn beurt de commando’s van zijn meerderen opvolgt.
Hoewel het nu wel even rustig is, zullen de Romeinen nog meer troepen sturen om de Bataafse Opstand neer te slaan. Daarom kan elke rekruut worden gebruikt. De centurio kan een kinderdrill houden om nieuwe sterke rekruten te werven. Eén van de militairen wordt dan aangewezen om het voorbeeld aan de kinderen te geven wanneer de centurio een commando geeft. De kinderen leren marcheren en gevechtstechnieken. Zij krijgen tijdens de drill een speciaal kinderschild en een speer en mogen bewijzen dat ze geschikt zijn om de Bataven bij te staan in de opstand tegen de Romeinen.